Hielprik en gehoorscreening

Hielprik
In Nederland wordt in de eerste week na de geboorte de hielprik (ofwel neonatale metabole screening) bij de baby verricht. Nadat de baby is aangegeven bij de gemeente wordt een elektronisch bericht verstuurd naar het landelijk registratiesysteem van het RIVM. Vervolgens wordt de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) op de hoogte gesteld, die een screener inschakelt om bij je langs te gaan. In Kampen is de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau de screener. Door middel van een prik in de onderkant of zijkant van de hiel worden enkele bloeddruppels verzameld op een speciaal daarvoor bestemd vloeipapier. In een laboratorium wordt dit bloed onderzocht op zeldzame,  ernstige aandoeningen. Het onderzoek is belangrijk. Tijdige opsporing van deze aandoeningen kan meestal ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van je kind voorkomen of beperken. De aandoeningen zijn niet te genezen, maar wel goed te behandelen, bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Het is in het belang van de gezondheid van je kind dat je mee doet met het onderzoek. Deelname is echter niet verplicht. Het onderzoeken van het bloed van je baby gebeurt alleen met jouw toestemming. Er zijn geen kosten verbonden aan het onderzoek. 
Je ontvangt geen bericht als de uitslag van het laboratoriumonderzoek goed is. Soms kan de uitslag niet meteen met zekerheid worden vastgesteld; dan wordt een tweede hielprik afgenomen, meestal binnen twee weken na de eerste hielprik. Over de uitslag van dit tweede onderzoek krijg je altijd bericht. Kijk voor meer informatie op de site van het RIVM.

Gehoorscreening
Voor de ontwikkeling van je baby is een goed gehoor heel belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat de behandeling van een gehoorstoornis het meeste effect heeft als hiermee al voor de leeftijd van zes maanden wordt gestart. De Neonatale Gehoorscreening wordt door de screener van de JGZ uitgevoerd, meestal tijdens hetzelfde bezoek als wanneer de hielprik wordt uitgevoerd. 
Het is een gehoortest waarbij de baby een klein dopje in het oor krijgt. Er wordt onderzocht of je baby voldoende hoort om te kunnen gaan praten. Het onderzoek duurt maar enkele minuten en verloopt het beste als je baby rustig is en slaapt. Het kindje merkt meestal niets van het onderzoek. Soms geeft een eerste test geen duidelijkheid. Storingen kunnen optreden doordat er teveel lawaai was gedurende het onderzoek, doordat de baby te onrustig was of doordat er misschien nog wat vocht in het oor van de baby zat. De gehoortest wordt dan herhaald.

Meer informatie over de hielprik en de gehoortest kun je lezen in onderstaande folder van het RIVM.